Gebruik FORA wiki

Referentiearchitectuur

De FORA is een referentiearchitectuur. Architectuur is een manier om de structuur en werking ergens van uit te drukken. Bij de FORA gaat dat over onderwijsorganisaties in het funderend (d.w.z. primair en voortgezet) onderwijs. Het woord 'referentie' betekent hier dat de FORA niet de architectuur van één specifieke onderwijsorganisatie beschrijft, maar een architectuurmodel omvat dat de structuur en werking van onderwijsorganisaties in het algemeen weergeeft.

Omdat de FORA een referentiearchitectuur is, komt u bij het lezen ervan architectuurtermen tegen die specifieke betekenis hebben. In deze leeswijzer worden die begrippen toegelicht.

Model en Views

De FORA omvat één samenhangend architectuurmodel. In dit model zijn allerlei onderwerpen opgenomen die een onderwijsorganisatie in het po en/of vo betreffen. Onderstaande afbeelding toont de structuur van het FORA-architectuurmodel, opgebouwd uit onderwerpen met onderlinge samenhang. Zie ook het FORA metamodel met een overzicht van de samenhang van de Archimate-symbolen en relaties die zijn gebruikt in de FORA.

Metamodel FORA.png

Het FORA-architectuurmodel is te groot om deze in één keer te tonen. Als alle onderwerpen en hun onderlinge relaties in één diagram getekend zouden worden, zou een onontwarbare kluwen van lijnen ontstaan. De inhoud van het model wordt daarom steeds getoond vanuit een bepaald perspectief, waarbij delen van de inhoud die voor dat perspectief niet relevant zijn weggelaten worden. Het beeld dat zo op (een deel van) de inhoud van de FORA ontstaat, wordt een view genoemd. Eén enkele view toont dus een (deel)model voor een bepaald aspect van de FORA vanuit een bepaald perspectief (viewpoint). Alle views tezamen tonen het volledige architectuurmodel. Een view laat dus een stukje van het architectuurmodel zien, vanuit een bepaald perspectief en vertelt daarmee een verhaal dat specifieke vragen beantwoordt. Dat perspectief bepaalt afhankelijk van het verhaal dat je met de view wil vertellen, welke elementen en relaties in de bijbehorende view moeten worden getoond. Daarmee wordt ook bepaald hoe de informatie in de view kan worden gelezen. Neem bijvoorbeeld ter vergelijk: een kaart is een view en een legenda is een viewpoint. Iets soortgelijks zien we in de ‘fysieke’ architectuur, waar van een gebouw verschillende ‘views’ bestaan vanuit uiteenlopende perspectieven, die elk een eigen verhaal vertellen. Bijvoorbeeld plattegronden met maatvoering van de ruimtes in het gebouw, plattegronden met specificaties van het leidingwerk, plattegronden met vluchtroutes en brandvoorzieningen, etc.

Voor meer informatie over de views in de FORA, zie Gebruik FORA-wiki.

Bedrijfsdomeinen

De FORA is opgedeeld in bedrijfsdomeinen. Dit zijn inhoudelijke gebieden die gebruikt worden om de rest van de inhoud van de FORA te categoriseren. Binnen het bedrijfsdomein Onderwijs vallen bijvoorbeeld alle taken, verantwoordelijkheden, systemen, gegevens, etc. die direct raken aan het verzorgen van onderwijs. Andere voorbeelden van bedrijfsdomeinen in de FORA zijn Schoolleiding, Bedrijfsvoering, en Leerlingbegeleiding en -zorg.

Bedrijfsfuncties

Een Bedrijfsfunctie representeert (een clustering van) verantwoordelijkheden en taken die soortgelijke kennis, vaardigheden, competenties en/of middelen vragen. Een bedrijfsfunctie geeft aan wat een organisatie doet, onafhankelijk van hoe dat wordt uitgevoerd. Dat laatste wordt aangegeven door bedrijfsprocessen. De FORA onderscheidt bedrijfsfuncties op twee niveaus: hoofdbedrijfsfuncties op het hoogste niveau, met daarbinnen meer gedetailleerde bedrijfsfuncties die concretere taken en verantwoordelijkheden representeren. Een voorbeeld van een hoofdbedrijfsfunctie die u in de FORA tegenkomt is Onderwijsuitvoering, met daarbinnen bijvoorbeeld de bedrijfsfunctie Toetsafname.

Bedrijfsprocessen

Een Bedrijfsproces representeert gedrag. Een bedrijfsproces geeft inzicht in de totstandkoming van een (deel)resultaat, d.w.z. hoe een organisatie dat doet. Processen zijn een invulling (hoe) van bedrijfsfuncties (wat). De FORA onderscheidt bedrijfsprocessen op het hoogste niveau, met daarbinnen meer gedetailleerde werkprocessen en, indien nodig, processtappen die concretere activiteiten representeren. Het laagste niveau is werkinstructie, maar dat is organisatie-specifiek en wordt niet in de FORA beschreven. Een voorbeeld van een bedrijfsproces dat u in de FORA tegenkomt is Registreren verzuim, met daarbinnen bijvoorbeeld het werkproces Classificeren afwezigheid.

Informatieobjecten

Een Informatieobject representeert een op zichzelf staand geheel van gegevens dat als eenheid wordt gebruikt binnen een bepaald bedrijfsdomein. Een informatieobject kan enkelvoudig zijn of samengesteld uit andere informatieobjecten. Informatieobjecten worden gebruikt en/of geproduceerd door bedrijfsfuncties, en kunnen ook worden uitgewisseld tussen een onderwijsinstelling en andere partijen. Voorbeelden van informatieobjecten die u in de FORA tegenkomt zijn Schoolplan (in bedrijfsdomeinen Bevoegd gezag en Schoolleiding), Leerlingdossier (in bedrijfsdomein Onderwijsondersteuning) en Toets (in bedrijfsdomein Onderwijs).

Rollen en actoren

Als onderwijsorganisatie heeft u te maken met allerlei partijen waarmee u, bijvoorbeeld, informatie uitwisselt. In de FORA zijn die partijen opgenomen als rollen of actoren. Actoren zijn concrete partijen, zoals bijvoorbeeld DUO, waar alle onderwijsorganisaties mee te maken hebben. In veel gevallen hebben onderwijsorganisaties niet te maken met dezelfde actor, maar wel met partijen die voor verschillende onderwijsorganisaties dezelfde rol vervullen. Denk bijvoorbeeld aan scholen die elk een eigen keuze maken in de te gebruiken toetsleverancier(s). In dat geval is in de FORA de rol van toetsleverancier benoemd, zonder dat daarbij alle concrete partijen die als toetsleverancier kunnen optreden zijn opgenomen.

Referentiecomponenten, Landelijke voorzieningen en Applicatiefuncties

Als het gaat om de systemen die u als onderwijsorganisatie gebruikt, kan er ofwel sprake zijn van een landelijke voorziening waar alle scholen gebruik van maken (denk bijvoorbeeld aan BRON van DUO), of er is sprake van een 'type systeem' waarvoor u als onderwijsorganisatie een concreet softwarepakket of -dienst verwerft. Zo'n 'type systeem' wordt, net als in veel andere referentiearchitecturen, in de FORA een referentiecomponent genoemd. Een referentiecomponent is een functionele afbakening van een modulair, zelfstandig inzetbaar en vervangbaar (deel van een) systeem. De functionele afbakening wordt bepaald door een bundeling van functionaliteiten (applicatiefuncties) die door het referentiecomponent worden gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan een 'Leerlingadministratiesysteem', een 'Toetssysteem', of een 'HR-systeem' waarvan de functionaliteit ingevuld wordt door concrete softwarepakketten. Eén softwarepakket kan daarbij de functionaliteiten van meerdere referentiecomponenten invullen. De softwarepakketten zelf zijn geen onderdeel van de FORA.

Modelleertaal en -tooling

De FORA maakt gebruik van ArchiMate als modelleertaal. Meer informatie over ArchiMate, en de ondersteunende tool Archi, vindt u in de Modelleertaal en -tooling. De betekenis van de symbolen in de architectuurplaten is terug te vinden in de ArchiMate-glossary.

Hier kunt u de FORA als AMEFF-bestand, voor gebruik in Archi en andere modelleertooling, downloaden: Download.png

Gebruik FORA-wiki

Om optimaal gebruik te maken van de informatie op de FORA-wiki is het goed om een aantal praktische gebruiksmogelijkheden te kennen.

  • Alle modellen zijn klikbaar. Door op een onderdeel in een model te klikken komt u bij aanvullende informatie over het betreffende onderdeel.
  • Als u met uw muis over een onderdeel in de modellen gaat en blijft staan, dan komt een uitleg in beeld.
  • Als u op pagina’s met modellen of aanvullende informatie bent kunt u naar beneden scrollen. Daardoor wordt de informatie rijker, want uitleg en definities en bijvoorbeeld contextdiagrammen zijn dan zichtbaar.


Om eenvoudig gebruik te kunnen maken van de FORA, heeft u een aantal elementen tot uw beschikking: referentiemodellen, views en aanvullende informatie.

Referentiemodellen

Referentiemodellen geven u in een aantal niveaus inzicht in wat er speelt binnen een school, welke activiteiten, taken en verantwoordelijkheden daarbij horen en met welke ict-middelen deze kunnen worden ondersteund. Onderstaande modellen staan tot uw beschikking:

  • hoofdbedrijfsfunctiemodel - laat op hoofdlijnen zien wat een school doet. Het geeft inzicht in het samenspel tussen de processen en activiteiten binnen po en vo scholen, de informatie die daarbij nodig is en de manier waarop een en ander is georganiseerd. Het laat op hoofdlijnen zien wat een school doet.
  • bedrijfsfunctiemodel - gaat een slag dieper en toont in meer detail de activiteiten, taken en verantwoordelijkheden op o.a. de gebieden onderwijs, onderwijsondersteuning en leerlingbegeleiding en -zorg.
  • procesmodellen - representeren gedrag en geven aan hoe een school het doet als uitwerking van bedrijfsfuncties die aangeven wat een school doet.
  • informatiemodel - overzicht van de informatieobjecten waarmee onderwijsinstellingen te maken hebben, gegroepeerd per bedrijfsdomein.
  • referentiecomponentenmodel is de aanvulling van het bedrijfsfunctiemodel met ict-ondersteuning: soorten applicaties die een onderwijsinstelling nodig heeft om haar processen te ondersteunen.
  • bedrijfsfunctiemodel met referentiecomponenten - overzicht van alle bedrijfsfuncties met daarbij de referentiecomponenten die de bedrijfsfuncties ondersteunen.
  • referentiecomponentenmodel en applicatiefuncties - De functionele afbakening van het referentiecomponentenmodel wordt bepaald door applicatiefuncties: een bundeling van functionaliteiten die door het referentiecomponent worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld: een leerlingadministratiesysteem, een toetssysteem, of een HR-systeem.


Views

Views (zie ook Model en Views) zijn selecties van de beschikbare informatie op basis van bepaalde filters/invalshoeken. De FORA omvat één samenhangend architectuurmodel dat te groot is om in één keer te kunnen tonen. De inhoud van het model wordt daarom steeds getoond vanuit een bepaald perspectief, waarbij delen van de inhoud die voor dat perspectief niet relevant zijn, worden weggelaten. Onderstaande views zijn beschikbaar:

  • alle fora views
  • views per architectuurlaag en domein - alle FORA views die zijn ingedeeld naar architectuurlaag en domein (dit geldt niet voor alle views in het model)
  • views per viewpoint - alle FORA-views ingedeeld naar viewpoint:
    • Bedrijfsfunctiemodellen - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van (hoofd)bedrijfsfuncties gegroepeerd per bedrijfsdomein.
    • Informatiemodellen - Views met dit viewpoint bevatten bedrijfsobjecten en hun onderlinge relaties.
    • Referentiecomponentenmodellen - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van referentiecomponenten.
    • Applicatiefuncties en referentiecomponenten - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van applicatiefuncties en de referentiecomponenten die de applicatiefuncties aanbieden.
    • Procesmodellen - Views met dit viewpoint bevatten bedrijfsprocessen en relaties onderling en met gebeurtenissen en informatieobjecten.
    • Informatieverwerking - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van het gebruik van informatieobjecten door applicatiefuncties en referentiecomponenten.
    • Informatiestromen - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van de informatiestromen tussen de onderwijsinstellingen en andere partijen (actoren / rollen en systemen).
    • Verwerkingsactiviteiten - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van de verwerking van gegevens in processen en door referentiecomponenten.
    • ICT-ondersteuning - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van bedrijfsfuncties en ondersteunende ict (d.w.z. applicaties en functies).
    • Koppelingen - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van de samenhang (koppelingen) tussen referentiecomponenten en/of landelijke voorzieningen en daaraan gerelateerde standaarden.
    • Standaarden - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht van standaarden.
    • Kennismodellen - Views met dit viewpoint bevatten een overzicht (metamodel) van de soorten elementen en hun samenhang (ArchiMate-symbolen en -relaties) die zijn gebruikt om de FORA te beschrijven.
  • views per viewtype - een andere manier van categorisering van views is op basis van het viewtype. In de FORA zijn drie typen views gedefinieerd:
    • Basisviews - views die behoren tot de 'kern' van de FORA, zoals bijvoorbeeld referentiemodellen. Deze categorie omvat views voor de viewpoints bedrijfsfunctiemodellen, informatiemodellen, informatiestromen, referentiecomponentenmodellen en standaarden.
    • Detailviews - views met een nadere uitwerking van de basisviews voor een bepaald onderwerp. Elementen uit verschillende basisviews worden hierbij gecombineerd in bijvoorbeeld views voor de viewpoints informatiegebruik, informatievoorziening en ict-ondersteuning.
    • Thematische views - views met een afbakening voor een bepaald thema, zoals bijvoorbeeld digitale leeromgeving (DLO) en verwerking persoonsgegevens.


Binnen de FORA kunt u dus op basis van views en viewpoints heel gericht op zoek naar de informatie die u voor een bepaald vraagstuk nodig heeft.